Over Las Vegas vertel ik morgen wel, mijn mond is nog bezig met weer dichtvallen. En mijn schouder doet pijn van het gruw-e-lijk eind lopen met die zware tas op mijn schouder. Na de ingang komt de receptie, maar dat is al 50 meter verder! Maar zoals gezegd, morgen de full story.
Vanochtend was het frisjes, niet veel boven nul voor zonsopkomst denk ik. Paar plaatjes geschoten van dat toch wel bizarre RV & motor home. Ik moet nog even opzoeken waar RV voor staat (gedaan: Recrational Vehicle; campers dus). Vanuit Olancha was het nog een mijl voor de afslag richting Death Valley. Je rijdt dan onder Owens Lake door, een droogliggend meer. Nu zijn me meteen al een paar dingen opgevallen. Ten eerste, je verkijkt je enorm op afstanden, groottes en hoogtes. Dat meer is een grote driehoek en je kijkt daar zo tijdens het rijden over uit. En dan denk je, nou dat is toch niet zo groot, maar als je dan na 10 minuten verder rijden, nog steeds exact hetzelfde uitzicht hebt, dan ga je toch denken. En even later, ook weer zo’n vreemd iets, zit je tegen een grote bergrug aan te kijken, en dan denk je, hoe kom ik in vredesnaam nou aan de andere kant, het lijkt dat je nergens tussendoor kan. Maar ja hoor, er slingert altijd wel een pas doorheen. Zo ook nu. Al vrij snel maakte ik even een fotostop, en toen ik uitstapte gebeurde er iets heel geks. Ik hoorde een oorverdovende stilte. De auto was uit, geen muziek meer, en buiten hoorde ik niets, helemaal niets. Geen wind, geen dieren, geen ritselende bladeren. Prachtig. De klik van de camera klonk als een kanonschot (vertelde hij dramatisch). En dit was nog niet eens in het officiële park! Wat er vandaag volgde kan ik eigenlijk in 2 woorden samenvatten: woestenij en vlakte. En er kwam geen einde aan!! Het is natuurlijk iets stoers, om dwars door Death Valley te rijden, dat vond ik mezelf ook, totdat ik de eerste wielrenners tegenkwam! En ik heb zelfs nog iemand zien hardlopen. Maar wielrenners te over. Terwijl het wel een vallei is, maar nog hoogteverschillen genoeg. Sterker nog, hele stukken waren als een soort volledig verkeerd gelegd tapijt. Op en neer, op en neer. Wegdek was verder perfect. Ik zal ook nog even opzoeken wanneer er voor het laatst regen was in Death Valley (gedaan: zo te zien nog vrij recent,en dan ook meteen overstromingen want die grond kan niets opnemen. Maar goed. Ik kwam dus vanuit het westen het park binnen, bij Panamint Springs. Ik zit dan al op de 190, en die volg ik eigenlijk helemaal tot aan Furnace Creek. Zo halverwege dat stuk kom je langs bij Stovepipe Wells, daar nog even een groep van 10 wielrenners gefotografeerd (met hún camera’s). Iets verder de eerste van de prachtige uitzichten, de Sand Dunes. Hoge zandduinen, door de wind gecreëerd en dus ook continu aan verandering onderhevig. Heb er even op gelopen. Is werkelijk waar gewoon strandzand, zo fijn. Vervolgens even later een bocht naar rechts richting Furnace Creek. Daar heb ik het visitors center even bezocht en wat advies ingewonnen over welke route naar Vegas te nemen. In beide gevallen moest ik een stukje terug, want 2 richtignen op waren nog mooie dingen te zien. Op de 190 was dat alleen Zabriskie’s Point. Dus die pakte ik mee, en dan ging ik richting Badwater, en zo de vallei uit. We hebben het wel steeds over tientallen mijlen! Ik heb vandaag zo’n 400km gereden. En die fotomomenten. Je wordt er gek van. Je kunt om de 100 meter wel stoppen. Maar ja, dat heeft geen zin, en duurt ook vrij lang. Maar het was wel bizar hoor. Dat Zabriskie’s point was een prachtig uitzicht. Toen dus terug en de weg op riching het zuiden, naar Badwater. Na 2 mijl of zo, al een korte wandeling gemaakt (3 km) naar en door de Golden Canyon. Dan loop je er echt tussen in, en wordt alles nog indrukwekkender. Door de stralende zon (had ik zal gezegd dat ik de hele dag weer geen wolk gezien heb?) lag het er inderdaad Gouden bij. De temperatuur is trouwens de hele ochtend niet boven de 65 graden geweest. Fahrenheit wel te verstaan, dus nog geen 20 graden Celsius.’s Middags had ik even het warmste punt te pakken, met 82 graden, dan hebben we het over iets van 26-27 graden. Peanuts dus! Na die wandeling begon even later Artists Drive. Een soort eenrichtingsweg door de bergen die je weer 3,5 mile terug op de zelfde weg aflevert. Prachtige rit. Met de auto slingerend door de hoge rotswanden door, en bij Artists Palettte, een prachtig uitzicht met daar inderdaad alle kleuren van de regenboog. Weer een stuk verder in Badwater, het laagste punt van de vallei, 330 voet (85 meter) beneden de zeespiegel. En vergeet niet, continu werd ik geconfronteerd met vergezichten, prachtige weidse uitzichten en continu de neiging een foto te moeten maken. En steeds vaker wist ik hem te onderdrukken, want het houdt een keer op. Bij Badwater nog een leuk stel Belgische meisjes een foto van me laten maken. Op de terugweg naar de parkeerplaats nog even een leuk praatje met ze gemaakt.
En toen Las Vegas maar ingevuld in Tomtom. Na Badwater kwam er nog een lange weg, met nog steeds prachtige uitzichten. De zon die langzaam ging dalen. Na een bocht zag ik ineens op straat volgens mij 3 wolven lopen. Ik zal nog even opzoeken of dat kan. maar ze leken er wel op. Ik dacht, vlak er voorbij, daar neem ik even een mooie foto van. Maar toen ik de auto aan de kant zette, kwamen ze er al aan rennen. Dat ging me iets te snel. Dus ik reed iets verder, zodat ik wist dat ik de foto gemaakt kon hebben, en weer instappen, deur dicht. Jaja, held. Maar ze bleven op afstand staan. Foto’s wel gelukt! Langzamerhand reed ik de vallei uit, en over 2 passen verder richting het oosten. Via de plaatsen Shoshone en Pahrump ging het op Vegas aan. Zoals gezegd morgen het hele verhaal. Vegas is nou zo’n plek waar het denk ik wel zeker leuker is met meer dan 1. Dan zou ik ook wellicht meer zin hebben om een beetje te gokken. Nu helemaal niet. Ook niet om me erin te verdiepen, want je kunt hier op minstens 100 manieren gokken.
Maar toen ik de berg afkwam en een enorm grote deken van licht zag liggen, dacht ik al, wat is dit! En in het midden ervan enorme hoogbouw: de Strip. Maar voor de laatste keer:-) morgen de full story. Ik ga zo naar de kamer (zit nu nog even bij de Starbucks; ìn het hotel), verslag afmaken, en proberen even te facetimen. Maar de wifi is niet geweldig. verder plannetje voor morgen maken. Zit nu met een lichte glimlach op de kamer. Glimlach? Ja. Zojuist bij mijn laatste rondje door casino, restaurants. Zeg maar het resort, kwam er een mooie (dat moet gezegd) dame naar me toe. Hi what are you doing, where are you staying, do you want to hang out upstairs?
Wat was mijn antwoord? No thanks natuurlijk. Gratis had gemogen, maar voor geld? Maar wel grappig. Tot morgen.